Categorieën
Geen categorie

Book Notes – Deep Work – Cal Newport

Tijdens het schrijven van deze notities ben ik 4x naar mijn inbox gesurft, heb ik Twitter geopend naast nog een aantal browser tabs en ben ik al meerdere malen naar de keuken gelopen voor koffie, thee of drop. Hoewel ik wel kan bedenken dat dit niet bijdraagt aan het afmaken van deze notities, is er iets veel belangrijkers aan de hand. Doordat ik mezelf afleid met deze kleine dingen zorg ik ervoor dat ik nooit toe kom aan diep werk. Plus, door toe te geven aan de afleiding train ik mijn brein om alleen maar meer afgeleid te willen worden.

Dat is wat Cal Newport in dit boek schrijft over diep werk: Door slimmer om te gaan met mijn agenda en mijn werkplek afleidingsvrij te maken kan ik mijn hersenen inzetten om waardevolle activiteiten op te pakken. In de tijd daar omheen doe ik de taken die minder aandacht vereisen maar wel moeten gebeuren. Dan blijft er uiteindelijk vrije tijd over die, mits een beetje gestructureerd, voor rust en voldoening zorgt. Dat is de theorie, die ik hier onder heb samengevat:

Boeknotities

Introductie
p.7: Wat is diep werk?
– Professionele activiteiten, uitgevoerd in een staat van afleidingsvrije concentratie, die je cognitieve vaardigheden tot hun grenzen dwingt.
– Deze inspanningen creëren nieuwe waarde, verbeteren je vaardigheden en zijn moeilijk te repliceren.
– Diep werk wordt steeds zeldzamer en waardevoller (p.16).
p.10: Ondiep werk:
– Logistieke taken. Niet-cognitief veeleisend, werk wat je afgeleid uit kunt voeren.
– Deze inspanningen creëren weinig nieuwe waarde en zijn gemakkelijk te herhalen.
– Hoe meer ondiep werk je doet, tot hoe minder diep werk je in staat zult zijn.
p.9: Motivatie volgt actie
– Wachten op inspiratie werkt niet. Inspiratie komt zodra je aan iets begint.
p.11: Als je werk te automatiseren is dan is het weinig waard
– Als je werkzaamheden te vervangen zijn door een Excel script, dan ben je in de hedendaagse economie van weinig toegevoegde waarde.
– Dit is een kans voor degene die de trend naar ondiep werk erkent en bewust kiest voor diep werk.
p.14: Begin met werken voordat de rest komt opdagen
– Kom vroeg op het werk voor de rest binnenkomt, zodat je zonder afleiding kunt werken. Zo kun je 4 uur geconcentreerd werken voor je eerste meeting.
p.15: Voor middelmatige producten is de concurrentie eindeloos
– Voor gemiddelde producten zijn talloze alternatieven (online).
– Creëer dus iets nuttigs om een potentieel eindeloos publiek te bedienen.
p.15: Blijf van waarde door snel te kunnen leren
– In de huidige economie blijf je van waarde als je snel lastige dingen eigen kan maken. Ook dat is een vaardigheid die je kunt leren (p.27).
p.18: Elimineer ondiep werk om tijd te besparen
p.18: Kies je diepe werk zorgvuldig en bundel onvermijdelijke ondiepe taken
– Bouw je dag om een blok van zorgvuldig gekozen diep werk. Ondiepe taken die niet te vermijden zijn bundel je rond de uitersten van je schema.

1 Het idee
p.23: Drie groepen plukken de vruchten van de huidige Intelligent Machine Age
– Hooggeschoolde arbeiders: die in staat zijn met intelligente machines te werken.
– Supersterren: die op afstand werken. Op een volledig transparante markt kiest de consument het beste product.
– Eigenaren: die met minimale arbeid maximale waarde creëren.
p.27: Leer om te leren en op hoog niveau te produceren
– Ontwikkel de vaardigheid om snel lastige dingen eigen te kunnen maken.
– Ontwikkel daarnaast de vaardigheid om op elite-niveau te produceren, zowel in kwaliteit als snelheid.
p.30: Leren vereist intense concentratie en doelbewuste oefening
– Een leven lang doelbewuste oefening om beter te worden in een specifiek domein.
p.31: Doelbewuste oefening:
– Je aandacht is gericht op een specifieke vaardigheid of idee.
– Je ontvangt feedback, waardoor je je benadering kunt aanpassen daar waar die het meest productief wordt ingezet voor verbetering.
p.32: Leren: myeline maken rond relevante neuronen
p.33: Lage concentratie = teveel circuits vuren tegelijk af in je brein
p.35: Hoge kwaliteit werk = bestede tijd x intensiteit van concentratie
p.36: Wissel zo min mogelijk van taken
– Als je wisselt van taak A naar taak B blijft een deel van je aandacht sluimeren bij taak A.
– Zelfs als taak A is afgerond blijft je aandacht daar nog even hangen.
– Hoe groter dit effect, hoe slechter de uitvoering van taak B.
– Je hebt lange periodes zonder afleiding nodig om aan een taak te kunnen werken op topniveau (p.38).
– Hoe meer je wisselt, hoe zwakker je aandacht op de langere termijn wordt (p.127)
p.45: De voordelen van kantoortrends wegen niet op tegen de nadelen
– Kantoortuinen verhogen mogelijkheid voor samenwerking maar creëren afleiding, dus verlagen het vermogen voor diep werk.
– Een korte onderbreking verlengd de tijd die nodig is om een taak af te ronden significant.
p.49: Een extra vrije dag leidt tot hogere productiviteit en een groter leereffect
– In een test waarin iedereen gedwongen werd een dag van de werkweek vrij te nemen ervaarde men: meer werkplezier, betere communicatie, groter leereffect en een beter product voor de klant.
p.50: Mensen volgen het principe van de minste weerstand
– Zonder feedback over de gevolgen van ons gedrag neigen we naar het gedrag wat het makkelijkste is, met de minste weerstand.
p.51: Email kost de verzender seconden, maar de ontvanger potentieel uren
p.54: ‘Druk’ zijn is de proxy voor productiviteit voor kenniswerkers
– Omdat er niet altijd duidelijke indicatoren zijn dat kenniswerkers productief zijn. Werk vind namelijk grotendeels zonder zichtbaar resultaat plaats.
– Kenniswerkers vermijden daardoor diep werk en richten zich op werk met zichtbaar resultaat.
p.57: De aanname is dat high-tech goed is
– Er vindt geen discussie plaats over de afweging tussen de efficientie en problemen van nieuwe tech, want die wordt al verondersteld als beter.
p.64: Als je je aandacht kunt managen verbetert dat elk aspect van je ervaringen
p.68: De inactieve geest is de werkplaats van de duivel
– Zodra je je concentratie verliest verplaatsen je gedachten zich naar alles wat er mis kan zijn met je leven, in plaats van wat er goed gaat.
p.70: Flow komt van taken die moeilijk én de moeite waard zijn
– Flow ontstaat als lichaam en geest tot hun grenzen gedwongen worden in een vrijwillige inspanning om iets moeilijks te doen wat ook de moeite waard is.
p.70: Vrije tijd is ongestructureerd en kost daardoor juist energie
– Paradoxaal genoeg is werk makkelijker om van te genieten, omdat het als een flow-activiteit gepaard gaat met ingebouwde doelen, feedbackregels en uitdagingen die leiden tot betrokkenheid, hoge concentratie en jezelf kunnen verliezen in iets.
– Vrije tijd is ongestructureerd en vereist daarom grotere moeite om gevormd te worden tot iets waar je van kunt genieten.
– Bedenk dus van tevoren wat je met je vrije tijd wilt doen (p.169)
p.72: Constant afwegen wat zinvol is en wat niet leidt tot nihilisme
p.75: Je passie volgen (in je werk) is een gebrekkig idee
– De obsessie van de hedendaagse wereld om je passie na te jagen in je werk is een gebrekkig idee, namelijk dat je werkplezier bepaald wordt door dingen die je kiest in een baan.
– Werkplezier komt eerder van autonomie, meesterschap/beheersing van vaardigheden en relaties met mensen.

2 De regels
p.81: Men vecht de hele tijd tegen verlangens
– Niet alleen drijfveren voor eten, slaap en seks, maar ook op het werk:
– Pauze nemen ja/nee, e-mail checken, social media, surfen, muziek luisteren etc.
p.82: Met goede gewoontes behoud je wilskracht
– Door gewoontes en rituelen in je leven te bouwen verminder je beslissingen die je wilskracht belasten tot zo min mogelijk.
p.84: De kloosterlijke filosofie van het inplannen van diep werk:
– Het maximaliseren van diep werk door ondiepe verplichtingen te elimineren of drastisch te verminderen. Voor veel mensen leidt dit niet direct tot meer diep werk.
p.88: De bimodale filosofie van diep werk:
– Verdeel je schema in specifiek toegewezen periodes van aaneengesloten tijd voor diep werk en laat de rest vrij voor al het andere.
– De minimale eenheid voor een blok van diep werk is een volle (werk)dag.
p.89: Maak jezelf onbeschikbaar, maar doe dat op een duidelijke manier
– Collega’s accepteren je recht om niet beschikbaar te zijn doorgaans, zo lang deze momenten helder gedefinieerd en breed gecommuniceerd zijn.
p.90: De kettingmethode
– Markeer een succesvolle dag (qua diep werk) op de kalender met een groot kruis.
– Als je een dag mist, dan onderbreek je de reeks/ketting: hoe langer de ketting wordt, hoe groter de motivatie om hem niet te breken.
p.110: De vier disciplines van uitvoering
1. Hoe meer je probeert te doen, hoe minder je bereikt. Uitvoering moet gericht zijn op een kleine hoeveelheid uiterst belangrijke doelen.
2. Acteer op ‘lead measures’, de dingen die gedrag meten wat uiteindelijk de ‘lagging measures’ bepaalt.
3. Hou een overtuigend scorebord bij (op een publieke plaats).
4. Zorg voor een ritme van accountability, bijvoorbeeld met een wekelijkse review waarin je de komende week plant.
p.114: Doen is moeilijker dan plannen
– Het voelt net zo productief, maar dat is het niet. Strategieën geven geen resultaat, enkel actie doet dat.
p.115: Je hebt momenten van downtime nodig
– Zodat je op andere momenten klaar kunt zijn om diep werk te verzetten.
p.116: Bepaal van tevoren het moment dat je stopt met werken
– Als je werkt, dan werk je hard. Als je klaar bent, dan ben je klaar. (p.124)
– Zet alles uit aan het einde van de werkdag. Geen email, geen mentale herhalingen van gesprekken, geen gedachtes aan de uitdagingen die nog komen. Stop met werken.
– Dat geeft je onderbewuste de gelegenheid om inzichten te genereren.
– Het verhoogt (behoudt) de hoeveelheid energie die je later kunt inzetten voor diep werk.
– En, alles wat er in de avond nog gedaan zou moeten worden is meestal niet zó belangrijk.
p.123: Het Zeigarnik effect
– Onafgeronde taken blijven hangen in je onderbewuste (vragen aandacht).
p.133: Maak je omgeving afleidingsvrij
– Vertrouw niet op je wilskracht om bij de kleinste gevoelens van verveling afleidingen te beperken. Maak het makkelijk voor jezelf.
p.135: Geef jezelf uitdagende deadlines
– Identificeer een diepe taak (een taak die diep werk vereist).
– Schat in hoeveel tijd je normaal gesproken nodig hebt voor zo’n taak.
– Geef jezelf een deadline die deze tijd drastisch beperkt.
– Pak de taak op met elke vrije neuron in je hoofd, in volle concentratie.
p.137: Productieve meditatie
– Gebruik de tijd dat je fysiek bezig bent, maar mentaal niet zo om je aandacht te vestigen op een enkel goed gedefinieerd probleem.
– Zo kun je productief nadenken tijdens het wandelen, joggen, autorijden, douchen.
p.144: Je concentratie is zo sterk als je toewijding om het te trainen
p.159: De voordelen van social media wegen niet op tegen de nadelen
– Facebook (e.d.) geven voordelen voor je sociale leven, maar geen van die voordelen zijn het waard om tijd en aandacht in te steken (versus werkelijk verbinden met mensen).
p.161: Low-impact activiteiten gaan ten koste van high-impact activiteiten
– Het is een zero-sum game.
p.162: Mensen hebben de neiging spullen te accumuleren
– Want de standaardgedachte zodra iets weggegooid moet worden is: ‘Wat als ik het ooit nog nodig heb?’
p.170: Je hersenen hebben geen rust nodig, maar verandering
– Je mentale vermogen wordt niet moe zoals een lichaamsdeel, maar vraagt om continue verandering.
p.172: Niemand werkt werkelijk 8 uur per dag
– Iedereen heeft vergaderingen, onderbrekingen, kantoorpolitiek, persoonlijke zaken. Je hebt geluk als je 8 uur haalt.
p.173: Hoe minder werktijd je hebt, hoe kritischer je bent met prioriteiten
– Hoe minder officiële werktijd in je week, hoe minder tijd er is om alles te doen wat er moet gebeuren, dus wordt je kritischer op wat er überhaupt moet gebeuren.
p.174: Ondiep werk is vaak overbodig, maar het zorgt wel voor banen
– In de meeste bedrijven kun je grote hoeveelheden ondiep werk schrappen zonder impact op het resultaat onderaan de streep.
– Dit werk wordt in stand gehouden om allerlei kenniswerkers aan het werk te houden.
p.175: Ware diepte is maar een paar uur mogelijk
– Zelfs de beste diepe denker kan niet meer dan 4 uur in een staat van echte diepte verkeren.
p.177: We besteden grote delen van de dag op de automatische piloot
– We denken niet na over wat we met onze tijd doen.
p.193: Hoe minder bereikbaar je bent hoe minder ondiep werk je gevraagd wordt
p.197: De sociale conventies omtrent email zijn niet zo ver
– Email was transformatief, maar de sociale conventies omtrent email zijn nog onderontwikkeld.
p.202: Reageer niet op een e-mail als deze:
– Ambigu is, of het lastig gemaakt is om een reactie te geven.
– Het geen vraag of verzoek bevat die je interesse wekt.
– Er niets (slechts) gebeurt als je wel of niet reageert.

Support
Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:

Categorieën
Boeknotities

Book Notes – Burn The Fat, Feed The Muscle – Tom Venuto

Als er een ding is waar iedereen een mening over heeft, dan is het wel voeding. Koolhydraten zijn slecht voor je. Koolhydraten zijn de beste bron van energie. Eieren zijn vitaminebommen. Eieren verhogen je cholesterol. Je moet geen koffie drinken. Je moet wel koffie drinken.

Voeding en training vind ik bijster interessant, maar ik word wel allergisch van iedereens opgedrongen mening. Ik lees dus wel graag over het onderwerp, al is het de truc om om alle specifieke adviezen in je eigen context te plaatsen. Tom schrijft dat zelf ook. Gebruik een schema als fundering en kies op basis van wat voor jou werkt wat je wel en niet doet. Het boek bevat nuttige principes om dat te doen. Hoe je de 20% basis bouwt in mindset, voeding, cardio, gewichtstraining die 80% van je resultaten voortbrengt. Wat ik heb geprobeerd te doen met deze notities is zoveel mogelijk de visie van Tom Venuto door te laten schemeren, maar daarbij wel discutabele punten te vermijden.

Boeknotities

1 De filosofie
p.31: Een dieet is geen oplossing als je permanent vet wilt verliezen
– Diëten vergroten je hongergevoel en geven onbedwingbare trek.
– Minder voedselinname vertraagt je stofwisseling.
– Hoe minder je eet, hoe minder je onbewust beweegt: een lage inname maakt letargisch.
p.35: Voedselinname bepaalt de kwaliteit van je training
– Hoe minder je eet en hoe slechter je eet, hoe sneller je vermoeid raakt en hoe minder kracht je hebt.
p.39: Gewoontes ontstaan uit herhaling
– Een gewoonte begint als een dun draadje. Hoe vaker we een bepaald gedrag herhalen, hoe dikker die draad wordt.
p.39: Vervang een slechte gewoonte met een nieuwe
– Slechte gewoontes afleren is lastig. Het vervangen van een slechte gewoonte met een betere is makkelijker.
p.40: Bepaal hoeveel je eet op basis van je wekelijkse resultaten
– Maak aanpassingen geleidelijk en in stapjes.
p.63: Je lichaamscompositie is volledig beïnvloedbaar
En afhankelijk van:
– Hoeveel je eet
– Wat je eet
– Wanneer je eet
– Wat voor soort training je doet
– Hoe vaak je traint
– Hoe lang je traint
– Je lifestyle
– Met wie je omgaat en wie jou beïnvloedt
– Je mentale houding
p.64: De manier waarop je lichaam reageert op het bovenstaande is deels uniek
– Probeer niet een ander te worden. Probeer hooguit wat anderen doen, maar zoek uit wat specifiek voor jou werkt.

2 Het L.E.A.N. actieplan
p.66: Focus op vetverlies en spiergroei
– En niet op gewichtsverlies/-toename. Dat is niet het juiste doel.
p.67: ‘Skinny-fat’ bestaat
– Onderzoekers noemen het obesitas bij normaal gewicht: als je mager bent, maar wel teveel vet op je lijf hebt.
p.70: Gemiddeld: net zo ver in het dal als van de top
– John Wooden
p.83: Als je halverwege stopt ziet alles eruit alsof het gefaald is
– Denk aan een halfgebakken taart;
– Of een halverwege gestaakte operatie.
p.83: Bedenk: falen bestaat niet! Er is alleen feedback, resultaten
p.89: Toepassing van (dit) advies
– Onderzoek alles en bekijk je eigen ervaringen. Verander niet te veel tegelijk, maar kijk voorzichtig naar wat er gebeurt als je iets verandert in je routine.
– Absorbeer wat nuttig voor je is.
– Wijs af wat geen nut heeft.
– Voeg toe wat specifiek is voor jou.
p.93: Kijk naar de trends
– Je gewicht schommelt, kijk niet te veel naar wekelijkse fluctuaties.
– De trend op langere termijn laat zien hoe je naar je doel beweegt.
– Een fluctuatie is niets om emotioneel over te worden.
p.98: Prestatie verbetert als het wordt gemeten
– Hou dus de score bij.

(Learn) Leren: mentale training (het 1ste element)
p.106: Vervang een negatieve gedachte, bevestiging of vraag met een positieve
p.109: Waarom zo weinig mensen hun potentie halen
– Het is niet makkelijk, daarom zijn er maar weinig die het halen of zelfs proberen.
p.114: Hij die op twee konijnen jaagt vangt er geen
– Dat geldt ook voor afvallen vs. spiergroei.
p.116: Ideeën die je onbewust hebt uiten zich in fysieke vorm
– Je gedrag en dus resultaten worden gevormd door je gedachten, ook de onderbewuste.
p.120: Voor je lichaam kan verbeelding zo echt zijn als de werkelijkheid
– Het zenuwstelsel kent geen verschil tussen een werkelijke ervaring en een hele gedetailleerde verbeelde ervaring.

(Eat) Eet: voeding (het 2de element)
p.118: Ga maximaal 30% onder je onderhoudsinname
p.144: Houd je calorieën bij
– De mensen met de beste lichamelijke resultaten zijn nauwkeurig in het bijhouden van hun voedingsinname.
p.157: Begin met een programma en pas het daarna aan
– Zie p.89.
– Start met een fundering van een trainings- en/of voedingsschema.
– Experimenteer met wat voor jou werkt. Pas aan en maak het zo op maat.
p.157: 80-20 in training en voeding
– Onthoud het paretoprincipe, de 80-20 regel:
– 20% van je acties zullen 80% van je resultaten bepalen.
– 80% van je acties zijn triviaal (maar bepalen wel de laatste 20%).
p.162: Wat geldt voor de gemiddelde mens geldt niet per se voor jou
– Minimale hoeveelheden en optimale hoeveelheden zijn twee verschillende concepten.
– De gemiddelde persoon is niet iemand die traint.
– Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de hoeveelheid eiwitten die je moet eten (p.187)
p.171: De voordelen van omega-3
Het boek schrijft allerlei voordelen toe aan de inname van omega-3, maar geen verdere context. Denk aan: verhoogde insulinegevoeligheid, verhoogde opname van in vet oplosbare vitamines, gezondheid van gewrichten, nodig voor energieproductie, nodig voor zuurstoftransport, behoudt van celmembranen, onderdrukt cortisolproductie, verbetert huidtextuur, bevordert spiergroei, verhoogt stofwisseling, helpt met vetverbranding.
Maar hoeveel bewijs is hiervoor? Zie ook examine.com
p.171: Vetten om te vermijden
– (Deels-)gehydrogeneerde vetten en transvetten. Olie die ranzig geworden is van licht/zuurstof.
p.171: Aardappelen zijn een van de meest verzadigende voedingsmiddelen
p.212: Uitdroging verhoogt je lichaamstemperatuur
p.225: Beperk alcohol tot speciale gelegenheden
– Alcohol doet niets goed voor lichaamscompositie.
– Soms in het weekend, maar liever minder vaak. Bijvoorbeeld met vakanties of speciale gelegenheden. Op die manier zul je er ook meer van genieten.
p.230: Meet alles qua voeding en training
– Meet de structuur, getallen en timing van alles. Daarmee ontwikkel je discipline en aandacht voor detail.
– Deze discipline in voeding en training vertaalt zich in de rest van je leven.
p.241: Kook in grote hoeveelheden
– En rouleer een aantal go-to maaltijden. De kans op succes is groter met maaltijdplan waarin je 10-15 maaltijden continu rouleert (p.260).
p.248: Goede en slechte voedingsmiddelen bestaan niet
– Je kunt voedsel niet indelen in een categorie goed/slecht, gezond/ongezond.

(Activate) Activeer: cardiotraining (het 3de element)
p.272: Een dieet kan ook slecht uitpakken
– In het slechtste geval eindig je als een kleinere versie van jezelf: een lager gewicht, maar nog steeds flubberig en zwak. Focus op spiergroei en vetverlies.

(New body) Nieuw lichaam: gewichtstraining (het 4de element)
p.298: De drukste mensen krijgen het meeste gedaan
– Hun drukke schema dwingt ze om meesters te worden van productiviteit.
– Elke afgeronde actie zorgt voor momentum voor het volgende.
p.298: Progressieve overbelasting is het nummer 1 principe van training
– Progressive overload: iedere training iets meer volume, meer gewicht, meer sets of meer herhalingen.
p.305: Heb geduld, resultaten zijn onvoorspelbaar
– Plotseling ben je sterker.

Het volgende niveau: geavanceerde strategieën
p.341: Plateaus gaan voorkomen, hou daar rekening mee
– Je zult goede en slechte weken hebben. De weg naar je doel is nooit een rechte.
p.349: Je lichaam past zich aan naar wat je er mee doet
– Je knokt altijd tegen de neiging van je lichaam om hetzelfde te blijven.
p.373: Simpeler is beter (in training en voeding)
– Hoe complexer je training en dieet maakt, hoe verwarrender het wordt en hoe lastiger het vol te houden is.

Support
Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen: